woensdag 8 augustus 2012
Bij Ser J.L. Prop verscheen op 1 juni 2012: Twee volksverhalen.
Ik schreef deze verhalen onder de titels 'Losse handjes' en 'Slechte adem' op uitnodiging van het Blazersensemble RAAK, om te worden voorgelezen bij een uitvoering van Symphonies of Wind Instruments van Igor Stravinsky en Rheinische Kirmestänze van Bernd Alois Zimmermann tijdens het minifestival Hedendaagse Muziek in Limburg in het Theater aan het Vrijthof, november 2006.
Ser Prop maakte er een mooie uitgave van in een oplage van vijfenzestig gesigneerde exemplaren, waarvan er nog enkele verkrijgbaar zijn (serjlprop@home.nl).
woensdag 1 augustus 2012
LITERAIR WEBLOG DE SNELKOOKPAN
Het literaire tijdschrift De Gids bestaat dit jaar 175 jaar.
Het literaire tijdschrift DWB 112 jaar.
Wanneer men teruggaat naar zijn oudste wortels (het in 1855 gestichte De Dietsche Warande en het in 1886 opgerichte Het Belfort) is DWB 157 respectievelijk 126 jaar.
Wanneer men teruggaat naar zijn oudste wortels (het in 1855 gestichte De Dietsche Warande en het in 1886 opgerichte Het Belfort) is DWB 157 respectievelijk 126 jaar.
Het literaire weblog De Snelkookpan viert over drie weken zijn 7e verjaardag.
Ik zet mijn pannetje al zeven jaar dagelijks op het vuur, jubelt de hoofdredacteur.
Trots vertaalt hij 'zeven' ook nog eens in een cijfer: 7.
Met een uitroepteken: 7!
Ruim voldoende, hoor je hem denken.
Het wordt tijd voor een onderscheiding.
Het wordt tijd voor een onderscheiding.
Hij steekt de kaarsjes alvast aan en de eerste felicitaties stromen binnen.
Onder andere van iemand die schrijft over iets waarover hij eerst nog iets zou willen nakijken in een boek dat in een huis in Griekenland ligt.
Hoho, maant de hoofdredacteur, 'ik ben (nog) niet jarig'.
Met andere woorden: Je hebt nog de tijd om het op te zoeken.
Het is van een ongehoorde zorgvuldigheid en zelfbeheersing.
zondag 29 juli 2012
maandag 23 juli 2012
Benno Barnard op zijn Knack-blog:
'Velen zetten zichzelf lekker in het zonnetje op de grafsteen van de grote dode satiricus. Wat ik van hem en zijn gebrek aan wezenlijk talent vind, heb ik al eerder op deze pagina’s geschreven. Het dieptepunt in dat oeuvre is het misprijzende stuk over Hans Andreus dat hij in een vooraanstaande krant publiceerde toen de dichter amper twee dagen stijf en koud was. Mijn moeder zei: ''Hij weet niet dat Andreus dood is. Anders schrijf je zoiets niet.'' Maar hij wist het wel. Hij zat naar ons te grijnzen op de bodem van die morele afgrond, op die torenhoge diepte.'
Het is precies dat stuk van Gerrit Komrij op de Achterpagina van NRC Handelsblad, waarin hij met name Andreus' liefdesgedichten compleet belachtelijk trachtte te maken, dat ik me herinnerde op de dag van zijn overlijden. Maar het was niet het enige.
'Velen zetten zichzelf lekker in het zonnetje op de grafsteen van de grote dode satiricus. Wat ik van hem en zijn gebrek aan wezenlijk talent vind, heb ik al eerder op deze pagina’s geschreven. Het dieptepunt in dat oeuvre is het misprijzende stuk over Hans Andreus dat hij in een vooraanstaande krant publiceerde toen de dichter amper twee dagen stijf en koud was. Mijn moeder zei: ''Hij weet niet dat Andreus dood is. Anders schrijf je zoiets niet.'' Maar hij wist het wel. Hij zat naar ons te grijnzen op de bodem van die morele afgrond, op die torenhoge diepte.'
Het is precies dat stuk van Gerrit Komrij op de Achterpagina van NRC Handelsblad, waarin hij met name Andreus' liefdesgedichten compleet belachtelijk trachtte te maken, dat ik me herinnerde op de dag van zijn overlijden. Maar het was niet het enige.
zondag 22 juli 2012
Daarginds
graaf hier, zegt de een
nee, graaf daarginds, zegt
een ander, graaf totdat je het
hebt gevonden
ik leg mijn spade terzijde
ik graaf niet, ik ga beginnen
mijn tong op te halen
uit diepe grond
Gisteren, 21 juli, werd de dichter Leo Herberghs,
de zich in Zuid-Limburg schuilhoudende meester, 88 jaar.
Gisteren was het ook 45 jaar geleden dat in Maastricht de zich in Zuid-Limburg schuilhoudende meester, 88 jaar.
die andere meester overleed: Pierre Kemp.
dinsdag 17 juli 2012
De waarheid ten tonele. Staging the truth. On Harold Pinter
Op het Maastricht University YouTube-kanaal kan men het afscheidscollege vinden dat ik op 1 juni 2012 heb gegeven als gewoon hoogleraar aan de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen.
Het college biedt een analyse en interpretatie van Harold Pinters Nobel Lecture 'Art, Truth and Politics' (2005).
In my valedictory lecture at the Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS) of Maastricht University, I gave an analysis and interpretation of Harold Pinter's 2005 Nobel Lecture 'Art, Truth and Politics'.
The lecture is in Dutch with English subtitles.
'As I have written to Professor Kusters, I found his address both fascinating and entertaining to experience. While he is not an expert on Pinter or Pinter's works, his perspective is of interest to academics who do specialize in Pinter and related subjects, I believe, as well as to a more general audience. I do not want to say more about it, because I do not want to provide "spoilers." I suggest that viewers experience it firsthand for themselves.'
Susan Hollis Merritt, PhD, bibliographical editor of The Pinter Review on The Harold Pinter Forum
maandag 16 juli 2012
Bij de dood van
Rutger Kopland
Oude vlier, door vleermuizen bezocht
in niet meer dan taal, niets minder ook.
In iets daartussen, maar in juli.
De regen vraagt dagelijks waar hij moet
blijven. Hetzelfde vragen de wolken,
vraagt een oude god aan jongere goden.
Oude vlier, door vleermuizen bezocht
in niet meer dan taal, niets minder ook.
In iets daartussen, maar in juli.
De regen vraagt dagelijks waar hij moet
blijven. Hetzelfde vragen de wolken,
vraagt een oude god aan jongere goden.
Het antwoord is
hier noch daar,
noch in de
wildste gewassen.
Wiel Kusters
dinsdag 10 juli 2012
Limburg-connectie
Dichterandus
De strijkstok van De
Contrabas, C. Breukers, is een aandoenlijke
Limburger met, net als veel Duitsers, een hang naar academische titels.
Zo zal hij mijn naam nooit
noemen zonder daarbij eerbiedig ‘professor doctor’ te fluisteren.
Dank, drs. Breukers.
Wat een weertje, hè?
Hoe gaat het met het vrouwtje?
En met het proefschrift?
Zet u mijn fiets ook even weg?
Wat een weertje, hè?
Hoe gaat het met het vrouwtje?
En met het proefschrift?
Zet u mijn fiets ook even weg?
maandag 2 juli 2012
Dichters gaan nooit met pensioen
Ik ben al lang geen voorzitter meer van het Paul Celan Genootschap en uitgeverij Nieuwe Doelen sluimert, maar voor de rest een aardig stukje als overblijfsel van een boeiend gesprek met Thomas Keirse van NRC Handelsblad (30 juni 2012).
Sub specie aeternitatis. Over continuïteit in kennis en cultuur
Belangstellenden - lezers die zich interesseren voor Kees Fens bijvoorbeeld - vinden op de website van Universiteit Maastricht de tekst van de rede die ik vrijdag 29 juni 2012 op uitnodiging van de scheidende en de komende rector magnificus heb uitgesproken bij gelegenheid van de rectoraatsoverdracht in de Sint Jan.
donderdag 7 juni 2012
Delphine Lecompte en ik
Delphine Lecompte vereerde mij met een aantal gedichten op internet, nadat zij eerder al op poetische wijze uitdrukking had gegeven aan haar vreugde om mijn bestaan onder de levenden.
Ik dank haar daarvoor.
Wat de discussie over het incorrecte gebruik van mijnterminologie betreft: ik heb mij voorgenomen haar eind dit jaar, wanneer bij Uitgeverij Vantilt mijn boek In en onder het dorp. Mijnwerkersleven in Limburg zal zijn verschenen, een exemplaar daarvan toe te zenden. Dat zal, hoop ik, veel verhelderen.
maandag 4 juni 2012
Ter gelegenheid van mijn 65e verjaardag, op 1 juni, en mijn afscheid als gewoon hoogleraar aan de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen van Universieit Maastricht werden mij door collega's en vrienden twee schitterende boeken in de schoot geworpen:
en
Ontwerp van beide boeken: Bureau Piet Gerards, Amsterdam. Uitgever: Vantilt, Nijmegen.
zondag 27 mei 2012
Choreografische fantasieën van Pierre Kemp
University Library acquires unique works of Pierre Kemp

The Maastricht University Library has acquired some unique works by poet and painter Pierre Kemp (Maastricht 1886–1967). The collection includes 11 choreographic fantasies painted in 1931.
Professor Wiel Kusters, an expert on the works of Pierre Kemp, integrated this collection into the Maastricht University (UM) heritage collection and was therefore chosen to present and explain these works for the first time.
The presentation was held on 15 May at the University Library’s inner city location. Those present included representatives of the Maastricht culture and heritage institutions, ambassadors of the Jesuit collection and members of the Maastricht University Arts and Culture Committee.
Maastricht Academic Heritage Fund
During the festivities, director of the University Library Ingrid Wijk informed attendees of the plans for the recently founded Maastricht Academic Heritage Fund. With this fund, the library hopes to expand, conserve and digitise these special UM collections and make them available to a wider audience as well as to research and education. The fund is part of the University Fund Limburg/SWOL.
During the festivities, director of the University Library Ingrid Wijk informed attendees of the plans for the recently founded Maastricht Academic Heritage Fund. With this fund, the library hopes to expand, conserve and digitise these special UM collections and make them available to a wider audience as well as to research and education. The fund is part of the University Fund Limburg/SWOL.
Anyone interested in contributing to the fund and helping to ensure that the special collections of Pierre Kemp, Charles Eyck and the Jesuits remain accessible can become a friend of the fund. The first fund activity was the creation of a series of cards depicting the choreographic fantasies of Pierre Kemp. These cards can be purchased individually or as a set. For more information on the Maastricht Academic Heritage Fund and the Pierre Kemp cards, please visit www.maastrichtuniversity.nl/library/mahfund.htm.
Explanation of choreographic fantasies
In 1931, poet and painter Pierre Kemp created twelve so-called choreographic fantasies. Eleven of these are now part of the UM heritage collection while the twelfth, entitled ‘Ideal Baby Competition’, has yet to be found. What Kemp intended for these remarkable revue or ballet creations remains unknown. His personal archives reveal that he hoped to send them to America. Some of these performances seem to correspond to what innovative theatre artists and scenographers were doing at that time in the United States. Presumably he was visually inspired by several images published in the 1931 monograph by Joseph Gregor and René Fülöp-Miller entitled Das amerikanische Theater und Kino (American Theatre and Cinema). This book was part of Kemp's reference library, which has been included as a special collection in the University Library at Maastricht University. (Literature: Wiel Kusters, Pierre Kemp, een leven. (Pierre Kemp: A Life) Nijmegen: Vantilt, 2010, 331-333.)
maandag 14 mei 2012
woensdag 11 april 2012
Thomas Verbogt over Dit nog, ook dit

'Beschouwingen als die van Kusters zijn nuttig omdat ze zich tegen terloopsheid keren, bijvoorbeeld die waarmee veel boeken in media behandeld te worden. In de meeste gevallen wordt dan genegeerd dat een verhaal of een roman of een gedicht ook gemaakt is. Het gaat niet alleen ergens over, maar het is ook iets. [...] Wiel Kusters heeft daar ongelooflijk veel verstand van, ook al is hij soms iets te nadrukkelijk met de aanwijsstok in de weer. Over dat laatste wil ik trouwens niet al te flauw doen: Kusters is een bevlogen lezer en veel van wat hij las heeft hij productief opgeslagen. Van details kan hij werelden maken.'
vrijdag 6 april 2012
Eind augustus verschijnt mijn lange gedicht Schachtsignalen (heruitgave van de monoloog Doa tuut 't) in de reeks Literair Limburg van uitgeverij B for Books te Maartensdijk. Met een vertaling in het Kerkraads door dr. Lei Heijenrath.
Eerdere uitgaven in deze reeks bevatten werk van onder anderen Connie Palmen en Jacques Vriens.
Tiende Dag van de Poëzie

Tussen 13.00 en 18.00 uur ontrolt zich op Landgoed De Overste Hof een programma met Robert Anker, Maria Barnas, Thomas Blondeau, Wim Brands, Eva Gerlach, Tjitske Jansen, Ruth Lasters, Wiel Kusters, Sjoerd Kuyper en de genomineerden voor de Jo Peters Poëzieprijs. Presentatie: Jan Baeke.
Ter gelegenheid van de tiende Dag van de Poëzie verschijnt een door Piet Gerards vormgegeven bundel met van elke deelnemende dichter een gedicht.
donderdag 5 april 2012
Dichters naar Polen

Tijdens de editie 2012 van het internationaal poëziefestival Czas Poetow (Tijd voor Dichters) in Lublin, dit voorjaar, lezen dichters uit Vlaanderen, Nederland, Luxemburg, Polen, Armenië en Georgië.
Voor Nederland zijn uitgenodigd Menno Wigman, Wiel Kusters en Hagar Peeters; uit Vlaanderen komen Miriam Van hee en Luuk Gruwez.
zondag 1 april 2012
Feest voor Leonard Nolens
In april wordt Leonard Nolens vijfenzestig jaar. Dat, en het verschijnen van de nieuwe, vermeerderde editie van Nolens verzameld werk Manieren van leven: gedichten 1975-2011, is een reden tot feesten. Op woensdag 25 april trommelen Behoud de Begeerte en Toneelhuis in de Antwerpse Bourlaschouwburg enkele met Nolens bevriende of verwante schrijvers op om speciaal voor de gelegenheid geschreven verjaardagsgedichten voor te lezen: Dirk van Bastelaere, Johan de Boose, Paul Claes, Y.M. Dangre, Paul Demets, Bernard Dewulf, Charles Ducal, Anna Enquist, Lies Van Gasse, Luuk Gruwez, Erik Jan Harmens, Kees 't Hart, Miriam Van hee, Maarten Inghels, Jan Kuijper, Wiel Kusters, Gwy Mandelinck, Bart Meuleman, Bart Moeyaert, Hagar Peeters, Erik Spinoy, Maud Vanhauwaert, Jan Vanriet en Peter Verhelst. De uitgesproken gedichten worden samengebracht in de vorm van een gelegenheidsbundel.
zaterdag 10 maart 2012
Lees hier Maarten Asschers bespreking van Dit nog, ook dit op de website van de Athenaeum Boekhandel.
zaterdag 3 maart 2012
Etalage Athenaeum Boekhandel, Spui, Amsterdam
Klik hier voor een 'proefessay' uit de zojuist verschenen bundel Dit nog, ook dit. Essays over poëzie en proza.
'De lezer is een medeminnaar'
In een reeks literaire liefdesverklaringen zingt boekhandelaar Maarten Asscher de lof van
Wiel Kusters' essays
2-3-2012 - Toine Donk
‘Als ik een boek van voor tot achter lees – wat ik bij lang niet alle boeken doe – is dat een teken van grote overgave en bewondering. Dan is dat mijn lievelingsboek. Uiteraard moet dit na een dag, een week of een maand plaatsmaken voor een ander lievelingsboek, zo gaat dat als je met boeken leeft. Het gevoel van „hier wil ik het over hebben met anderen” – dat je meteen dat missionarissengevoel krijgt dat hoort bij een actieve lezer – had ik direct bij het boek dat ik nu lees, de bundel essays Dit nog, ook dit van Wiel Kusters.,,Deze bundel bevat stukken over poëzie en proza die vanaf 1993 ontstaan zijn. Ze representeren een kleine twintig jaar lezen en schrijven. Alleen al uit de keuze van auteurs blijkt dat Kusters vanuit zijn eigen boekenkast schrijft. Het is zo’n knappe bundel omdat hij ‘literairder’ is dan de meeste literatuurwetenschap en grondiger dan de meeste essays, het zit er precies tussenin. Vanuit een bepaalde invalshoek probeert Kusters zo veel mogelijk in een verhaal of gedicht te vinden, en vervolgens te duiden wat hij gevonden heeft.
,,Zo staat er een erg mooi essay in over het gedicht ‘Afsluitdijk’ van Vasalis, met de beroemde openingsregel: ‘De bus rijdt als een kamer door de nacht’. Kusters gaat met de onbevangenheid die de ideale lezer kenmerkt zich alles afvragen dat er op je afkomt als je dat gedicht leest. Bijvoorbeeld: reed die bus nou van Den Helder naar Leeuwarden of reed-ie van Leeuwarden naar Den Helder? Ik herken die obsessieve nieuwsgierigheid.
,,Door deze bundel realiseer je je hoeveel er verloren gaat door de overmatige fixatie in onze tijd op het nieuwe en op de roman als literaire vorm. Literaire prijzen gaan altijd naar romans en als je als schrijver debuteert met korte verhalen, dan zeurt iedereen aan je kop met de vraag wanneer je roman komt. Dat doet de literatuur in zijn rijkdom absoluut onrecht. Door deze bundel ontdek je prachtige gedichten, zoals het gedicht ‘Mijn dochtertje zei: dood’ van Anton van Duinkerken, dat begint met de strofe:
Het woord, dat ik het zwaarst van al verdraag,
Dubbel onwelkom uit een kindermond,
Schrijnt mijn geheugen als een open wond,
Bloot voor de wind, naakt in een regenvlaag.
,,Kusters zelf is een dichter, en hij bedient zich in deze bundel van mooie omschrijvingen. Er staat een stuk in dat hij schreef voor de 65ste verjaardag van Kees Fens. Het gaat over de gedichten van Jan Hanlo, van wiens werk zij beiden liefhebber zijn. Hij noemt de jarige Fens een ‘medeminnaar’. Dat vind ik een prachtige formulering. Er komt een hele liefhebbende, bijna erotische gedachte mee op van twee lezers die het met dezelfde schrijver doen.
,,Kusters begint een van de essays met: ‘Soms maakt een gedicht andere verzen wakker. En via de lezer praten ze met elkaar.’ Dat is een mooie karakterisering van zijn werkwijze. Wat je gelezen hebt, zwemt in je rond en raakt elkaar aan. Dan maakt het niet uit of sommige dingen een eeuw eerder en andere een eeuw later geschreven zijn. Literatuur behoudt heel lang zijn opwinding.
,, Het bijzondere aan een essay over literatuur is dat je gebruik maakt van hetzelfde medium waarin het zich aan je voordoet. Je probeert met woorden iets te weten te komen over andere woorden. Het is alsof je alleen in muziek op muziek zou mogen reageren. Door deze bundel besef je weer eens dat alles wat je schrijft met duizend draden vastzit aan alles wat je gelezen hebt.’’
Copyright NRC Handelsblad BV
donderdag 1 december 2011
Leve Pierre Kemp!
Uit zijn bundel Engelse verfdoos (1956) de eerste vier regels van het gedicht 'Indian Yellow':
De kleine tovenaar Penseel
drinkt aan het napje Indisch Geel
en tript naar het groen gekarteld buiten
om duo's met de wind te fluiten.
maandag 21 november 2011
donderdag 10 november 2011
Dit nog, ook dit. Essays over poezie en proza
Verschijnt maart 2012
Omslag: Monique Gelissen
216 blz.
Inhoud
- 'Gekwetst ben ik van binnen.' Over het verhaal 'Maagpijn' van Louis Paul Boon
- Chaos, erosie, entropie. Wetenschap en literatuur bij Willem Frederik Hermans
- Dit nog, ook dit. Een lectuur van Willem Frederik Hermans' gedicht 'Gij zonne sta stil'
- Een badplaats als fata morgana. Over het verhaal 'Samen naar Oostende' van Willem Frederik Hermans
- I am dead. I am alive. Over 'The facts in the case of M. Valdemar' van Edgar Allan Poe
- Op het lijf geschreven (o.a. over Franz Kafka: 'In der Strafkolonie' en 'The pit and the pendulum' van Edgar Allan Poe; verder komen ter sprake gedichten van Jan G. Elburg, Leo Vroman, Gerrit Achterberg en Pierre Kemp)
- Jona en de anderen (over het Bijbelboek Jona, een gedicht van Van der Graft en het verhaal 'Jonas ou l'artiste au travail' van Albert Camus)
-Sporen van Nijhoff in Nederlandse poëzie na de Tweede Wereldoorlog (Gerrit Kouwenaar, Rutger Kopland, Ed Leeflang, Ad Zuiderent, Robert Anker)
- 'Het kind begon mij aan te staren.' Over kinderen, gedichten en abortus bij M. Nijhoff
- Kind en pop (over gedichten van J. Eijkelboom, Anton van Duinkerken, Leo Vroman en Ed. Hoornik)
-'Wanneer ik anders was.' Over enkele gedichten van Jan Hanlo
- Bloem bij Rodenko
- 'Afsluitdijk' van Vasalis. Ervaringen van tijd en ruimte
- De afstand verbreken. Over het gedicht 'Tot den arme' van Willem Elsschot
- Over het beklimmen van de Parnassus (onder andere over gedichten van T. van Deel, A. den Doolaard, H. Marsman en Gerrit Kouwenaar)
- Naar Rome? Naar Venetië! Over Charme van Huub Beurskens
- Kunstrouw. Over het gedicht 'Funeral blues' van W.H. Auden
- Leef verborgen! Wees binnen! Gerrit Kouwenaar als epicurist
- Een gat in de lucht. Over totaal witte kamer van Gerrit Kouwenaar
Verantwoording
Aantekeningen en literatuur

woensdag 9 november 2011
Billenkoek of erger?

Joachim Patinir: Ruhe auf der Flucht nach Aegypten
Dit is het schilderij 'Die Jungfrau züchtigt das Jesuskind' van de surrealistische kunstenaar Max Ernst. In het programma Kunststof TV van zondag 6 november probeerde Henk van Os aannemelijk te maken dat Ernst op het onorthodoxe idee voor dit schilderij was gekomen na het zien van Joachim Patinir's werk 'Ruhe auf der Flucht nach Ägypten' in de Gemäldegalerie te Berlijn, waarbij hij de handbeweging van Maria verkeerd zou hebben geïnterpreteerd.
Veel aannemelijker dan deze associatie lijkt mij de mogelijkheid dat Max Ernst in dit beeld van de Moeder Gods die haar eerst- (en enig)geborene tuchtigt reminiscenties wilde wekken aan het bijbelse verhaal van Abraham en Isaac: de vader die op het punt staat zijn zoon te offeren (Genesis 22). Mij dunkt dat compositie en dynamiek van 'Die Jungfrau tüchtigt das Jesuskind' - het kind lijkt wel op een offerblok te liggen - deze gedachte bijna onontkoombaar maken. Daar komt nog bij dat het verhaal van Abraham en Isaac in de christelijke traditie gelezen wordt als een prefiguratie van de executie van Jezus van Nazareth.
(met dank aan T.)
maandag 31 oktober 2011

zaterdag 29 oktober 2011
Doa tuut 't in reprise

Misschien niet toevallig in het weekeinde na Allerzielen wordt in het Belgisch-Limburgse Eisden mijn theatermonoloog Doa tuut 't, een terugblik op het Limburgse mijnwerkersverleden, opnieuw op het toneel gebracht. Twaalf jaar na de premiere in Maastricht.
Opmerkelijk: aan het eind van de voorstelling door Theaterlabo Anno8 neemt een accordeon het spel over. Een 'luchtinstrument' als de tuba waarmee ik het stuk destijds liet eindigen, maar van een andere orde. Misschien zal die accordeon nog aangrijpender voelbaar kunnen maken waar het mij in mijn 'monoloog voor stem en tuba' destijds om ging: de ademnood van de mijnwerker met stoflongen. De accordeon als borstkas.
vrijdag 21 oktober 2011
Verstopte doos

Nederland leest de ‘Lofrede’ die Ronald Giphart schrijfbabbelde voor de CPNB-uitgave van Het leven is vurrukkelluk. Het werd een klein brevet van onvermogen. Een ongeinspireerd woordje vooraf, dat bij Camperts roman zelfs als nawoord had misstaan. Stilistisch uiterst zwak bovendien. Het leven is vurrukkulluk een ‘vurrukkulluke’ roman noemen – kan het flauwer? Ja. Giphart verzint zelf ook nog een woord: vurschrukkulluk. ‘Vurschrukkulluk geestig’ is de roman waarvan hij de lof probeert te zingen, zonder in te zien dat een woord als ‘verschrikkelijk’ in tegenstelling tot ‘verrukkelijk’ nu juist niet op joyeuze campertiaanse wijze gespeld kan worden.
Enfin, Ronald Giphart is geen dichter, misschien ligt het daaraan. Maar wat te denken van een prozaschrijver die ‘onder de gewelven van onze school’ (he, waar?) ‘een verstopte doos met jaargangen schoolkranten’ vindt? Pardon? Een verstopte doos? Zoiets als een verstopte neus? Een verstopt toilet?
Giphart is idolaat van Remco Campert. Dat kan, en dat mag natuurlijk. Maar wanneer hij trots vertelt hoe hij van de schrijver tegen het einde van een gezamenlijke lezingentoernee ten afscheid drie zoenen ontvangt, lezen we dat dit gebeurde terwijl ‘ik mij ondertussen gewaar werd hoezeer ik deze man bewonderde.’ Zich iets gewaar worden. Beseft Ronald Giphart ‘zich’ niet hoezeer zijn krakkemikkige stijl contrasteert met de elegante woordkunst van Camperts roman?
Drie zoenen. Wat staat er precies? ‘Het moment erop gaven we elkaar drie klappende volzoenen.’ Volzoenen? Klappende?
‘Als ik op dat moment een paraplu had gehad, was ik zo vanaf het dak naar beneden gesprongen.’
Op dat moment? Hoe doe je dat, terwijl je in een lift staat vanaf het dak naar beneden springen?
dinsdag 23 augustus 2011
In de verstrooiing. Twee-minutengedichten
maandag 22 augustus 2011
In de verstrooiing. Twee-minutengedichten
1
De vader van Jan Swammerdam
vond kleine beestjes in zijn kam.
Hij hield ze tegen het licht en zei:
‘Hier kan ik met mijn hoofd niet bij.’
Jan Swammerdam, iets meer verstand,
wees vaders aarzeling van de hand,
want zelfs de kaalste luis mag hopen
op Gods zegen en Zijn microscopen.
De hennen kennen van de haan
alleen de vurige achternaam.
Dus koert er een: ‘O, lieve Chris…’,
dan weet haan Kees hoe laat het is.
wordt vervolgd
zondag 21 augustus 2011
Daar buiten loopt een Swaab
donderdag 7 april 2011
In memoriam Robert Heppener

'Boomlied' is niet alleen gebaseerd op herinneringen aan de persoon Robert Heppener, maar bevat ook reminiscenties aan werk van hem: 'A Girl' uit zijn Four Songs on Poems by Ezra Pound en de liederencyclus Tussen bomen, op gedichten van Chr. J. van Geel.
Boomlied
De noten vallen niet ver van hun boom.
Zelfs wie ze van de takken slaat, diens stok
houdt zich bezwaard door tederheid in toom,
beweegt met regelmaat: de wijzer van een klok.
Met bladeren maakt de boom zich van zijn wortels los
als in de herfst de wind ze door de leegte jaagt,
dansend, dwarrelend, ver van park en bos,
zich hopend, maar door rottenis belaagd.
Als blad en noot klinken jouw tonen op.
Dichtbij jouw kroon en in ons verre hier.
Hun stam ben jij, hun stok, hun herfst, hun storm.
Muziek, standvastig vluchtig, zocht haar vorm
in jouw natuur, doorheen jouw zielekier.
Omhoog, omhoog, als levenssap ten top.
woensdag 23 maart 2011
Dichtersgeneratie

De tegenstrijdige generatie
Dichters van de jaren zeventig
Samengesteld en ingeleid door Yves T'Sjoen
319 blz. ISBN 978 90 290 8705 6
J.M. Meulenhoff, Amsterdam
In De tegenstrijdige generatie zijn belangrijke Nederlandstalige dichters bijeengebracht die debuteerden in de jaren zeventig. Deze dichters, geboren tussen 1944 en 1954, zijn inmiddels gevestigde namen. Maar voor oeuvrebouwers en geleidelijk tot wasdom gekomen stemmen in het hedendaagse poëzielandschap, bestaat steeds minder kritische (en volgehouden) aandacht. Met deze bloemlezing krijgen deze dichters de plek die ze toekomt.Uniek aan deze bloemlezing is dat de dichters zélf de gelegenheid hebben gekregen hun werk te presenteren. De tegenstrijdige generatie is hierdoor een persoonlijk document over een generatie die het verdient voor het voetlicht gebracht te worden.
De opgenomen dichters zijn: Robert Anker, Benno Barnard, Huub Beurskens, Frans Budé, Eva Gerlach, Jacob Groot, Luuk Gruwez, Stefan Hertmans, Hester Knibbe, Frank Koenegracht, Anton Korteweg, Wiel Kusters, Leonard Nolens, Willem Jan Otten, Hans Tentije, Miriam Van hee, Ad Zuiderent.
woensdag 9 maart 2011
Biografie van Kees Fens
Sinds een jaar werk ik aan een biografie van de literatuurcriticus en essayist Kees Fens, te verschijnen in 2013, vijf jaar na zijn overlijden. Ik houd mij aanbevolen voor herinneringen, documenten, tips. wiel.kus
ters@gmail.com

zaterdag 26 februari 2011

zondag 7 februari 2010

Bloem Het is een bloem om er met een vaantje om rond te gaan en zacht te zingen. Het is een bloem om niet meer burger te zijn, maar een broer van een kinderhemdje in zonneschijn. Pierre Kemp (1934) Een van de boeiendste eenlingen uit de Nederlandse poëzie van de twintigste eeuw is de dichter Pierre Kemp (1886-1967). ‘In ’s Lands poëtische volière,/ de meest dichterlijke is Pierre,’ schreef Bertus Aafjes 1956 in Kemps Liber Amicorum, waarin we hommages aantreffen van Gerrit Achterberg, J.C. Bloem, Jan G. Elburg, Guillaume van der Graft, Lucebert, Adriaan Morriën, M. Vasalis, Simon Vestdijk en vele anderen. Dichters en schrijvers waarvan hij de allermeesten nooit in levenden lijve had ontmoet. Vanuit zijn Maastrichtse ‘dichterkluisje’, ver van het door hem verafschuwde artistieke leven, slaagde hij er niettemin in met zijn even vitale als melancholische poëzie de harten te bereiken van zeer veel schrijvende en lezende Nederlanders. In 1956 werd hem de Constantijn Huygensprijs toegekend, in 1958 volgde de P.C. Hooftprijs. Het hierboven geciteerde gedicht ‘Bloem’ is typerend voor Pierre Kemps blijmoedigheid. Voor zijn verlangen een ‘opgewekte’ dichter te zijn. Maar uit zijn pen vloeiden ook regels als: Critisch Ik voel mij door het licht verplicht te leven, maar eer ik me aan die plicht om ’t licht wil geven, moet ik weten, of het nog anders is dan in brand gevlogen duisternis Wie was Pierre Kemp? Hoe werd deze ‘Man in het Zwart’, die een groot deel van zijn leven op het loonbureau van een Zuid-Limburgse steenkolenmijn werkte, tot een van ’s lands kleurrijkste dichters? Op zondagmiddag 30 mei aanstaande om 14 uur wordt in Stadsbibliotheek / Centre Céramique te Maastricht mijn biografie van Pierre Kemp gepresenteerd. Pierre Kemp. Een leven is een uitgave van Vantilt, Nijmegen.
Daarop aansluitend (om 16 uur) vindt in het Bonnefantenmuseum de feestelijke opening plaats van een tentoonstelling van schilderijen van Kemp.
Abonneren op:
Posts (Atom)