donderdag 2 juli 2009

Passiespelen Tegelen

In 2010 wordt in openluchttheater De Doolhof de negentiende editie op het toneel gebracht van de vijfjaarlijkse Passiespelen van Tegelen, over het lijden en de dood van Jezus Christus. De regie is dit keer in handen van Cees Rullens.

Voor deze nieuwe reeks van opvoeringen heb ik de tekst die ik had geschreven voor de spelen van 2005 herzien en met enkele taferelen en rollen uitgebreid.

Op de website van de Passiespelen is een trailer te bekijken, die een indruk geeft van de in voorbereiding zijnde nieuwe productie.

dinsdag 30 juni 2009

Reuzenpaardestaart

Hoe hij als oerplant
zijn wortelstokken steekt
tussen de bladen
van weer een ander boek

Van 5 juli tot 6 september toont het Natuurhistorisch Museum Maastricht monumentale tekeningen van Ans Rademakers, waarin ze de 'oerplant' Equisetum telmateia gefascineerd en intiem onderzoekt op vorm- en betekenismogelijkheden. Beeldende kunst, poëzie en wetenschap komen in de tentoonstelling bij elkaar. Koolstof tot nadenken.

Het gedicht 'Refugium' dat ik voor Ans Rademakers schreef staat in de catalogus, maar is ook te vinden op de website van het
Natuurhistorisch Museum Maastricht.

Tijd als geld

Onder enorm applaus en luid gejuich, zo lees ik in de krant, is gisteren door de New Yorkse rechtbank de 71-jarige megafraudeur Bernard Madoff tot 150 jaar gevangenissstraf veroordeeld.

Het is alsof de mateloosheid van de veroordeelde, speler van een gigantisch piramidespel, waarbij de ‘opbrengsten’ van niet gedane investeringen aan beleggers werden uitbetaald met geld van weer nieuwe investeerders, enzovoort – het is alsof een dergelijke mateloosheid ook het vonnis van de rechters heeft meebepaald. Gevangenisstraf voor de duur van 150 jaar: een hoeveelheid tijd die niet alleen Madoff niet ‘bezit’, maar die geen enkele sterveling vergund is. Dat is tijd uitgeven zonder dekking. Metafysica? Of toch ook een vorm van zwendel?

zondag 19 april 2009

Limburg na 170 jaar

Op de kop af honderdzeventig jaar geleden, 19 april 1839, tijdens de Conferentie van Londen, werd het oostelijk deel van het toenmalige Limburg afgescheiden van het jonge koninkrijk België en overgedragen aan Nederland. Zo ontstonden er twee provincies Limburg, die historisch en cultureel met elkaar verbonden bleven.

Vandaag, 19 april 2009, werd tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Provinciehuis te Hasselt het zogenaamde Limburg-charter ondertekend door de gouverneurs van Oost- en West-Limburg en de gedeputeerden van beide beide provincies. Met dit charter wordt de samenwerking tussen de beide Limburgen niet alleen geïntensiveerd maar ook ondergebracht in een gemeenschappelijke visie op de toekomst.

Op uitnodiging van de beide provinciebesturen schreven Luuk Gruwez en ik voor deze bijeenkomst ieder een gedicht. Als uitgangspunt kozen we Henric van Veldeke, de Maaslandse dichter uit de twaalfde eeuw, schrijver van lentelijke liefdeslyriek, een hoofse ridderroman en de Legende van Sint Servaes. Veldeke, met wie de geschiedenis van de Nederlandse literatuur begint en wiens bronzen beeltenis zowel in Hasselt als in Maastricht te bezichtigen valt.

Hier is mijn gedicht.

Evolutie

Men vraagt mij
Darwin te gedenken in Maastricht
Veldeke in Hasselt

hun engel tussen de kleine borsten van een muze
hun duivel in de schaduw van een vlam

de winter in het voorjaar
de mosasaurus in een merel

de eerste knoppen
in de open knopen
van mijn jas

de grens tussen twee gewesten
daar waar ze zijn geweest.

Twee gedichten
op zoek naar een link
niet in de diepte maar de breedte
van de tijd.

Maar ik die graag eieren eet met Pasen
laat Katrien liefst teder
vechten met Jan Klaassen
zonder acht te slaan
op evolutie of het hoofs
aangaan van politiek
gezang, kuis malend
tussen de kaken
van een droom,
bottend aan de takken
van een oude stam.

Het verre is licht als een veer.
Het nabije zwaar als een vogel
op trektocht.

La princesse lointaine,
wegterend in een ziekenkamer,
een kind dat zich thuis voelt
tussen de huizen van zijn ouders.

Behalve als God
door Liefde gedreven
al het enkele dubbel ziet
en ons in het verschiet
de varianten tovert van
een kus in de lucht,
de dubbele kraag op één pint.


zaterdag 7 februari 2009

Gehannes met Jan Hanlo

Dat dat nu juist de zo scrupuleuze Jan Hanlo (1912-1969) moest overkomen.
In de door Tjitske Jansen en Victor Schiferli samengestelde Dagkalender van de poëzie 2009 worden op 2 april uit zijn gedicht 'Herleven de nachten' alleen de twee slotstrofen overgenomen, met de suggestie dat het hier een compleet, titelloos gedicht betreft. Zoiets doen dichters mekaar en hun lezers toch niet aan?
Maar het kan nog bonter.
Op 23 januari waren twee dichters tegelijk slachtoffer van het bloemlezende duo, waar het gedicht met de openingsregel 'Lief en vriendelijk toch van zon en maan', geschreven door Hendrik de Vries, werd toegeschreven aan Jan Hanlo.

vrijdag 23 januari 2009

Volgende week verschijnt bij Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam: Nee, Plato, nee. Gedichten van W.H. Auden, gekozen, vertaald en geannoteerd door Benno Barnard, Huub Beurskens en Wiel Kusters. Tweetalige editie, gebonden, 256 blz. Vormgeving: Office of CC.

Als voorproefje het gedicht 'Bird-Language' samen met mijn vertaling, 'Taal der vogels':

Bird-Language

Trying to understand the words
Uttered on all sides by birds,
I recognize in what I hear
Noises that betoken fear.

Though some of them, I’m certain, must
Stand for rage, bravado, lust,
All other notes that birds employ
Sound like synonyms for joy.


Taal der vogels

Luisterend naar de raadselwoorden
Die ik vogels zingen hoorde,
Leken veel van die geluiden
Angst en vreze te beduiden.

Klinkt wat trilt in hun geveerte
Soms naar drift, bravoure, begeerte,
In andere noten hoor ik frank
En vrij een volle-vreugdeklank.

zaterdag 3 januari 2009

Op verzoek van Dagblad De Limburger schreef ik een Nieuwjaarsgedicht voor de krant van 2 januari 2009:


Hetzelfde anders

Als het glas waaraan wij samen dronken,
diep in de schervenzee zal zijn verzonken
– onze lippen weggevroren –
blijft in een ruimte die de tijd weerstaat
lichaamloos de tederheid bewaard
van alle kussen ons geschonken.

Vogels pikken in de harde voren.
Vrieskou dekt zich in met mist.
Wie in het nieuwe jaar worden geboren,
naast ons bestaan, na ons verdwijnen,
belichamen het raadsel van de tijd:
verandering baart eeuwigheid.