maandag 15 januari 2018

Intocht

Met wie ik wás in de gelederen
(het kind dat zegt: ‘Ik zal je overleven
en zelfs je kleinzoons nog vertederen’),
heeft de fanfare toekomst aangeheven,
die als geluk uit de trompetten stijgt
en van de hoofden naar de harten gaat,
maar plots in klankenrimram zijgt – en zwijgt.
Voor een illusie is het nu te laat.

Ik zal voor gek op het marktplein moeten staan,
waar iemand mij mijn ware naam onthult
en na het elf maal kraaien van een haan
de doodskop die het prinsenmasker vult.
Om mijn ribben waait een voddenvaan.
Mijn levensbiecht verliest zich in het tumult.
Ik word omhoog gehesen aan een wrakke kraan.



Wiel Kusters




#carnavalsgedicht

donderdag 4 januari 2018

Nooit

            Le temps doit emprunter ses ailes à l'imagination.
            Orhan Pamuk

Wij leven zolang tijd op ruimte stuit.
Waar je komt is eerder iemand weggegaan.
Muren dwalen rond waar klokken slaan.
Een raam springt open als de deur zich sluit.

Waar wij iets maken, breken wij ook af,
al was het niet-beleefde ruimte maar.
Van nu naar ooit is ook van hier naar daar,
in nooit zien wij een einde, als een graf.

Maar ook wat wij verbeeldden, nimmer bouwden,
blijft in de tijd bestaan, als visioen of waan,
als wat ons blijvend in de weg zou staan,
zolang wij er geen vliegtuigjes van vouwden.






Dirk De Geest over Leesjongen. Verzamelde gedichten 1978-2017

In het zojuist verschenen nummer van de Poëziekrant, jrg. 41 (2017) nr. 6 (november-december) schrijft Dirk De Geest diepgravend over mijn verzamelde gedichten, Leesjongen (Uitgeverij Cossee, 2017).

Aan het slot van zijn uitvoerige beschouwing noteert hij:

'Wat nog het meest opvalt in Leesjongen, naast de thematische coherentie, is de grote verscheidenheid aan stijlen en vormen die Kusters schijnbaar met gemak etaleert. Dat varieert van strofische gedichten en rijmende sonnetten tot gefragmenteerde verhalen en associatieve collages of haiku-achtige bedenkingen. Vooral in de korte vorm van het kwatrijn geeft de dichter blijk van grote virtuositeit. Beelden en associaties worden afgewisseld met spitse overdenkingen en milde humor. Het zijn elementen die niet alleen garant staan voor een waardevolle lectuur, maar die van Kusters ook een bij uitstek publieksvriendelijk dichter maken. Zijn overstap [van Querido] naar uitgeverij Cossee vormt daarbij een extra signaal, net als de bijgevoegde CD waarop de dichter met zijn uitnodigende Limburgse articulatie een aantal verzen van zijn hand voorleest. Leesjongen blijft om al die redenen bij mij nog lang binnen handbereik.'



Pagina van het artikel uit Poëziekrant, nov.-dec. 2017.